Ondertussen ben ik alweer een weekje of twee in China, maar ben nog niet echt in de gelegenheid geweest een blog te schrijven. Dat komt doordat ik veel onderweg was en overdag niet echt achter m'n laptop ga zitten; er is genoeg te zien en te doen hier. Bovendien is het af en toe lastig genoeg een goede internetverbinding te vinden in dit land, zelfs in de hoofdstad Beijing. Nu zit ik echter als een echte expat in de Starbucks koffie te drinken en een croissantje te eten. Perfecte omstandigheden dus om een blog te schrijven. Laten we bij het begin beginnen.
Beijing
Net na de Olympische Spelen in Londen verscheen er in het Noord-Hollands Dagblad (NHD) een artikel over gouden-medaille-winnaar (hoe spel je dat?) Dorian van Rijsselberghe. Dorian is voor zijn sport veel aan het reizen en leeft zogezegd uit zijn koffer. In het artikel, of beter gezegd: interview, vertelt hij dat wanneer hij terugkeert naar Nederland hij drie keer 'het gevoel van thuiskomen' heeft. Ten eerste als-ie in Nederland op Schiphol landt, ten tweede wanneer hij met de boot op Texel aankomt en ten slotte wanneer hij bij zijn ouders thuis binnenstapt. Niet dat ik zo'n wereldreiziger als Dorian ben, maar ik kan me daar wel enigzins in vinden.
Drie keer een gevoel van thuiskomen, mijn versie daarvan is echter net iets anders. In mijn korte, doch over het algemeen gelukkige, leven heb ik drie plaatsten in de wereld 'thuis' mogen noemen: Hoorn, Leiden en Beijing. Terugkeren naar welke van deze drie plekken dan ook, voelt/voelde als thuiskomen, maar alle drie op een andere manier. Hoorn is echt 'thuis-thuis', waar vertrouwdheid het sleutelbegrip is. Je weet dat als je daar thuiskomt, je ouders met smart op je hebben gewacht, moeders er weer van alles aan gedaan heeft om het iedereen naar zijn of haar zin te maken (zelfs na een lange dag hard werken), vaders onder het eten gebeld wordt door iemand van z'n werk, niet opneemt, z'n bord half leeg eet, de overgebleven aardappelen wegflikkert (gelukkig heeft oma geen internet), vla op z'n bord doet, het opeet, sjekkie draait, z'n sjekkie rookt, nog even de vaatwasser inruimt (aangezien ik te lui ben het te doen), een ijssie pakt en dan in z'n hoekie op de bank tv gaat kijken. Of hij gaat tennissen, kan ook. Die vertrouwdheid maakt het altijd weer fijn om thuis te komen. Een warme deken van zorg en regelmaat die wel nodig is na een week (of langer) zonder regelmaat in Leiden, so to speak.
Natuurlijk zijn Leiden en Beijing ook enigzins vertrouwd, maar op een ander niveau. Zoals gezegd, is regelmaat vaak ver te zoeken in Leiden. Zal m'n fiets het doen? Rijdt de bus op tijd? Wie zal er in het Arsenaal zijn? Zal ik daadwerkelijk gaan studeren of ga ik weer 3 uur lang voor het Arsenaal met Rens of wie dan ook staan roken en koffie drinken? Wat ga ik eten vanavond? Ga ik überhaupt iets eten? Waar wordt er bier gedronken vanavond? Je weet dat er bepaalde dingen gaan gebeuren, maar je weet niet hoe laat, in welke vorm, met wie of waar. Dat is altijd nog maar de vraag. Toch voelt het als thuis, zo'n beetje mijn hele sociale leven speelde zich daar af, dus lijkt me enigzins logisch.
Maar Beijing. Tja, wat kan ik zeggen over Beijing? Laat ik een poging doen literair te zijn. Beijing is als een vrouw, die ene vrouw, waar je ongekend verliefd op raakt en een veel te intense relatie mee begint. Een relatie die je van de ene emotie zonder waarschuwing in de andere emotie stort. Al deze emoties en alle gebeurtenissen die ermee gepaard gaan, zijn eigenlijk net iets teveel, waardoor alles één grote waas lijkt. Het interesseert je niet, je bent gelukkig, je bent high, je laat het allemaal over je heen komen en je hebt het idee dat je je hele leven met deze vrouw door wilt brengen. Je maakt mooie reisjes, flirt met andere vrouwen, maar deze vrouw krijg je simpelweg niet uit je hoofd. Je kan slechts een weekje weg geweest zijn, maar bij terugkomst stort je jezelf in haar armen en besef je dat je niet anders wilt. Die ene vrouw waar je altijd een zwak voor zal hebben... Of, toch niet? De intensiteit wordt na een tijdje toch teveel. Wanneer je high neerdaalt en even tijd hebt om te ademen, besef je dat je dit toch niet helemaal aan kunt. Je gaat uit elkaar, gaat terug naar je ouders, huilt stiekem nog even uit, maar je bent blij met de rust aan je hoofd. Totdat je de week erna weer in het bekende verjaardags-kringetje koffie zit te drinken. Dan ga je toch terugkijken naar het intense leventje dat je net geleid hebt. Het wordt steeds erger en je wilt niks anders dan terug naar die ene vrouw. Maar zoals altijd verstrijkt er genoeg tijd en besef je dat je eigenlijk wel over haar heen bent. Je krijgt de kans om met haar herenigd te worden, maar dat wil je eigenlijk niet meer. Natuurlijk, je hebt veel meegemaakt samen, een intensere tijd dan jullie tijd samen heb je nooit gekend, dus je wilt d'r nog wel zien. Oude herinneringen ophalen, kijken hoe het gaat, wat er veranderd is. Meer dan vrienden zullen jullie echter nooit meer zijn.
Dus ik ben terug gegaan, heb herinneringen opgehaald, gekeken hoe het ging, gekeken wat er veranderd is. Het deed me allemaal, heel eerlijk gezegd, vrij weinig. Ik ben verder gegaan met m'n leven, Beijing is verder gegaan met haar leven. Ben het niet zo eens met haar levensstijl, maar zij heeft altijd al haar eigen keuzes gemaakt waarbij ze niks van mij aantrekt. Het was leuk, maar twee dagen waren genoeg. Het was tijd voor bier.
(Ik zit nu al een tijdje in deze Starbucks en voel m'n ziel elke seconde corrupter worden. Of het kan zijn dat ik al een tijdje niet gerookt heb. Verdere verslagen zullen dus moeten wachten tot morgen of een andere datum. Mis ze niet, want het bierfestival komt eraan!)
Beijing
Net na de Olympische Spelen in Londen verscheen er in het Noord-Hollands Dagblad (NHD) een artikel over gouden-medaille-winnaar (hoe spel je dat?) Dorian van Rijsselberghe. Dorian is voor zijn sport veel aan het reizen en leeft zogezegd uit zijn koffer. In het artikel, of beter gezegd: interview, vertelt hij dat wanneer hij terugkeert naar Nederland hij drie keer 'het gevoel van thuiskomen' heeft. Ten eerste als-ie in Nederland op Schiphol landt, ten tweede wanneer hij met de boot op Texel aankomt en ten slotte wanneer hij bij zijn ouders thuis binnenstapt. Niet dat ik zo'n wereldreiziger als Dorian ben, maar ik kan me daar wel enigzins in vinden.
Drie keer een gevoel van thuiskomen, mijn versie daarvan is echter net iets anders. In mijn korte, doch over het algemeen gelukkige, leven heb ik drie plaatsten in de wereld 'thuis' mogen noemen: Hoorn, Leiden en Beijing. Terugkeren naar welke van deze drie plekken dan ook, voelt/voelde als thuiskomen, maar alle drie op een andere manier. Hoorn is echt 'thuis-thuis', waar vertrouwdheid het sleutelbegrip is. Je weet dat als je daar thuiskomt, je ouders met smart op je hebben gewacht, moeders er weer van alles aan gedaan heeft om het iedereen naar zijn of haar zin te maken (zelfs na een lange dag hard werken), vaders onder het eten gebeld wordt door iemand van z'n werk, niet opneemt, z'n bord half leeg eet, de overgebleven aardappelen wegflikkert (gelukkig heeft oma geen internet), vla op z'n bord doet, het opeet, sjekkie draait, z'n sjekkie rookt, nog even de vaatwasser inruimt (aangezien ik te lui ben het te doen), een ijssie pakt en dan in z'n hoekie op de bank tv gaat kijken. Of hij gaat tennissen, kan ook. Die vertrouwdheid maakt het altijd weer fijn om thuis te komen. Een warme deken van zorg en regelmaat die wel nodig is na een week (of langer) zonder regelmaat in Leiden, so to speak.
Natuurlijk zijn Leiden en Beijing ook enigzins vertrouwd, maar op een ander niveau. Zoals gezegd, is regelmaat vaak ver te zoeken in Leiden. Zal m'n fiets het doen? Rijdt de bus op tijd? Wie zal er in het Arsenaal zijn? Zal ik daadwerkelijk gaan studeren of ga ik weer 3 uur lang voor het Arsenaal met Rens of wie dan ook staan roken en koffie drinken? Wat ga ik eten vanavond? Ga ik überhaupt iets eten? Waar wordt er bier gedronken vanavond? Je weet dat er bepaalde dingen gaan gebeuren, maar je weet niet hoe laat, in welke vorm, met wie of waar. Dat is altijd nog maar de vraag. Toch voelt het als thuis, zo'n beetje mijn hele sociale leven speelde zich daar af, dus lijkt me enigzins logisch.
Maar Beijing. Tja, wat kan ik zeggen over Beijing? Laat ik een poging doen literair te zijn. Beijing is als een vrouw, die ene vrouw, waar je ongekend verliefd op raakt en een veel te intense relatie mee begint. Een relatie die je van de ene emotie zonder waarschuwing in de andere emotie stort. Al deze emoties en alle gebeurtenissen die ermee gepaard gaan, zijn eigenlijk net iets teveel, waardoor alles één grote waas lijkt. Het interesseert je niet, je bent gelukkig, je bent high, je laat het allemaal over je heen komen en je hebt het idee dat je je hele leven met deze vrouw door wilt brengen. Je maakt mooie reisjes, flirt met andere vrouwen, maar deze vrouw krijg je simpelweg niet uit je hoofd. Je kan slechts een weekje weg geweest zijn, maar bij terugkomst stort je jezelf in haar armen en besef je dat je niet anders wilt. Die ene vrouw waar je altijd een zwak voor zal hebben... Of, toch niet? De intensiteit wordt na een tijdje toch teveel. Wanneer je high neerdaalt en even tijd hebt om te ademen, besef je dat je dit toch niet helemaal aan kunt. Je gaat uit elkaar, gaat terug naar je ouders, huilt stiekem nog even uit, maar je bent blij met de rust aan je hoofd. Totdat je de week erna weer in het bekende verjaardags-kringetje koffie zit te drinken. Dan ga je toch terugkijken naar het intense leventje dat je net geleid hebt. Het wordt steeds erger en je wilt niks anders dan terug naar die ene vrouw. Maar zoals altijd verstrijkt er genoeg tijd en besef je dat je eigenlijk wel over haar heen bent. Je krijgt de kans om met haar herenigd te worden, maar dat wil je eigenlijk niet meer. Natuurlijk, je hebt veel meegemaakt samen, een intensere tijd dan jullie tijd samen heb je nooit gekend, dus je wilt d'r nog wel zien. Oude herinneringen ophalen, kijken hoe het gaat, wat er veranderd is. Meer dan vrienden zullen jullie echter nooit meer zijn.
Dus ik ben terug gegaan, heb herinneringen opgehaald, gekeken hoe het ging, gekeken wat er veranderd is. Het deed me allemaal, heel eerlijk gezegd, vrij weinig. Ik ben verder gegaan met m'n leven, Beijing is verder gegaan met haar leven. Ben het niet zo eens met haar levensstijl, maar zij heeft altijd al haar eigen keuzes gemaakt waarbij ze niks van mij aantrekt. Het was leuk, maar twee dagen waren genoeg. Het was tijd voor bier.
(Ik zit nu al een tijdje in deze Starbucks en voel m'n ziel elke seconde corrupter worden. Of het kan zijn dat ik al een tijdje niet gerookt heb. Verdere verslagen zullen dus moeten wachten tot morgen of een andere datum. Mis ze niet, want het bierfestival komt eraan!)