maandag 5 november 2012

B-B-B-B-B-B-B-BIER! (There's a world we can visit if we go outside II)

Goede voornemens houden meestal niet lang stand. Maar we gaan gewoon weer verder waar we gebleven zijn.

Beijing

's Ochtends rond een uur of tien landde ik op Beijing Airport. De reis erheen was aangenamer dan ik had verwacht, maar nog steeds vermoeiend. De aardige hindoestaanse dame bij de check-in op Schiphol had me voor zowel de vlucht naar Moskou als voor de vlucht naar Beijing een stoel gegeven met extra beenruimte, wat beide vluchten een stuk dragelijker maakte. Zo zie je maar weer hoe ver je af en toe kunt komen met een glimlach en een te lang lichaam. Op het deprimerende vliegveld van Moskou kwam ik zowaar nog een bekende tegen. Of nou ja, mijn werk in de bieb heeft mij blijkbaar een BS-(Bekende Sinoloog) status gegeven, want ik stond mijn handbagage door de Sovjet-scanner heen te halen, toen iemand achter mij zei: "Hey, jij werkt toch in de bieb in het Arsenaal?". Het bleek een Japanoloog te zijn, Edwin, die zelf ook bij de bieb had gewerkt en waarvan ik het vermoeden heb dat we ooit een keer zijn voorgesteld. Hoe dan ook, de 4 uur overstaptijd ging redelijk snel voorbij, aangezien we al redelijk snel de Ierse kroeg hadden opgezocht, waar gedronken, gerookt en voetbal gekeken kon worden.

Ondanks de extra beenruimte, kon ik de hele reis lang niet slapen, dus ik kwam enigzins vermoeid aan in Beijing. Tijd om te rusten was er niet, want er waren plaatsen om te gaan en mensen om te zien (werkt in het Engels toch beter). Ik zocht m'n hostel op, dumpte m'n spullen en ging op weg naar de Lama-tempel om vriend Max te ontmoeten. Voor zij die het niet weten, overigens, de laatste paar maanden in Leiden woonde Max naast mij en ook hij gaat twee jaar lang in Xiamen studeren. Hoe dan ook, we gingen wat eten en daarna vertrokken we alweer richting Wudaokou, ook bekend als Wu, The Wu of WDK. Wellicht weten mijn trouwe volgers het nog wel (en de sinologen die dit eventueel lezen natuurlijk ook), Wudaokou is de buurt waarin de uni ligt waar ik drie jaar terug een jaar gestudeerd heb. Op weg naar Helen's, een kroeg die ik niet mijn oude stamkroeg wil noemen, maar ik zat er wel vaak. Vooral op maandag, wanneer er nog steeds gratis koffie is (ook in Xiamen, heb er op dit moment alweer twee achter de kiezen en ga nu voor een derde!).

Ondertussen had ik steeds contact via de SMS met vriend Sander, die ongeveer een maand eerder naar China was vertrokken om helemaal alleen een epische reis door het Rijk der Midden te maken. We hadden, overigens met meer mensen die uiteindelijk allemaal afhaakten, afgesproken om elkaar in Qingdao voor het bierfestival te ontmoeten. Sander moest blijkbaar hemel en aarde bewegen om een treinkaartje naar Qingdao te regelen vanaf zijn bestemming, en dat nadat hij al een 33 uur durende treinreis erop had zitten (niet eens met een comfortabele sleeper, maar op een uiterst oncomfortabele hard(core)seat. Voor mij zat er dus niets anders op dan naar het oude vertrouwde hokje naast m'n oude campus te gaan om een kaartje naar Qingdao te kopen. Omdat Sander de dag erna al zou arriveren, moest ook ik zo snel mogelijk die kant op, waardoor mijn tijd in Beijing kort was.

Zoals mijn oude baas Ed zou zeggen: Noh, deer was ik nie rouwig om hoor. Ik had het wel gezien daar. Een groot deel van mijn campus was al onherkenbaar gemaakt door China's drang naar ontwikkeling, en zowel de campus als Wudaokou voelden leeg aan omdat het nieuwe collegejaar nog niet begonnen was. Je moet ook niet te lang herinneringen op willen halen met je oude liefde trouwens. Betekent overigens niet dat het niet gezellig was die twee dagen. Leiden was namelijk wel al goed vertegenwoordigd in de vorm van nieuwe zieltjes van onze glorieuze opleiding die nog gekneed zullen worden door het leven in Peking, en er waren ook nog een aantal oude vrinden aanwezig, dus we gingen gezellig met z'n allen 'de hort op' (vreselijke uitdrukking). Zo kwamen we in de bar Salud terecht, waar er op woensdagavond altijd live-muziek is. De bar is gezellig, ze maken zelf verschillende soorten rum (aanrader!) en de muziek is over het algemeen goed. De muziek die gedraait wordt in ieder geval, de band die die avond speelde was niet zo geweldig. Zanger kwam een beetje over als een mislukte Bob Dylan. Hoogtepunt was vrind Jip, die zijn skills op de drums even ging vertonen aan de Chinese bandleden. Ow, en de rum natuurlijk.

Wat ik de tweede dag in Beijing gedaan heb, weet ik niet meer precies. Het is immers ondertussen alweer meer dan twee dagen geleden. Ik weet nog wel dat ik 's middags wakker werd gemaakt door één van de schoonmaaksters van het hostel, die m'n sleutel aantrof in het slot van m'n deur. Aangezien de batterij van m'n telefoon leeg was, wist ik niet precies hoe laat het was. Zij wist me echter te vertellen dat het ondertussen al 3 uur was. "Heb je nog niet gegeten?", vroeg ze. "Nee, ik heb nog niet gegeten", antwoordde ik in mijn brakke toestand.

Qingdao (of: B-B-B-B-B-B-B-BIER!)


Wat ik ook gedaan heb te tweede dag, veel kon het niet geweest zijn. De dag erna was het alweer tijd om richting Qingdao te gaan en vrind Sander op te zoeken. Qingdao (voorheen: Tsingtao) is een havenstad en marinebasis In China in de provincie Shandong en gelegen aan de Gele Zee. De stad heeft zeven stedelijke districten en vijf landelijke steden onder zijn jurisdictie. Er wonen 7.311.200 mensen op een gebied van 10.654 km², ongeveer gelijk aan 80% van het oppervlak van Vlaanderen. Het stedelijk gebied zelf beslaat 1102 km² en telt 2.584.000 inwoners. Van 1897 tot 1914 was het een Duitse Kolonie die bekend stond als Tsingtao ( bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Qingdao ). Waar Duitsers zijn, is bier (of kuilen in het zand, gestolen fietsen en bratwurst, maar laten we die grappen niet maken. Oke, sorry), vandaar dat China's meeste bekende bier uit deze stad komt. Naast dat Qingdao waarschijnlijk de enige plek in China is die een echte beach community heeft (nee, is in Xiamen ver te zoeken), is het tevens ook echt de stad van het bier. Elk eettentje heeft wel een grote tap met bier buiten staan, bier dat dezelfde dag of de dag ervoor nog geproduceerd was. Daarnaast zijn er verschillende soorten Tsingtao bier van de tap te vinden, die in andere plekken in China niet te vinden zijn. Mijn favoriet is de heipi 黑啤, oftewel het zwarte bier, wat in tegenstelling tot Guiness een beetje zoet smaakt. Prijzen variëren wel sterk van plek tot plek. Waar je op de Pijiu jie 啤酒街, oftewel Bier Straat, 70 RMB betaalt voor een kan heipi à 1,25 liter, betaal je slechts 35 RMB voor hetzelfde een straat en een steegje verder. Ook voor een normaal kannetje Qingdao betaal je op de ene plek zo rond de 30 RMB, waar je bij de achterstraat eettentjes slechts 8 RMB kwijt bent. Zoekt en gij zult vinden.


Vrind Sander kwam mij ophalen van het station en bracht me naar het hostel waar hij sinds de dag ervoor verbleef: een gezellig klein hosteltje, waar de bedden in de dorm rooms een soort tatami-matten zijn. De andere gasten waren voornamelijk Chinees, maar er was één Argentijn, genaamd San Thiago, die verdacht veel op Sander leek vanwege z'n baard en z'n lange haar. San Thiago spreekt geen woord Chinees, is vegetariër en was bezig aan de laatste weken van zijn lange China-reis. Hij was ontzettend blij dat hij Sander had ontmoet, want zonder beheersing van de Chinese taal, is het best lastig vegetariër te zijn in het Al-Onder-De-Hemel. Sander was z'n officieuze vertaler. 


Goed, belangrijkste was het bierfestival, want dat was het doel van de reis naar Qingdao. Als ik het goed heb, wordt dit festival al 17 jaar elk jaar gehouden en duurt het een week of twee. Via via had ik er al een aantal verhalen over gehoord, maar zoals met veel dingen, moet je dit zelf ervaren. Welnu, ik zweer op alles dat ik lief heb dat ik nog nooit LSD gebruikt heb, maar het bierfestival was hoe ik me een LSD-trip altijd heb voorgesteld. Zoals de Nederlandse jeugd zou zeggen: het was fokking vaag. Het festival bestaat uit een groot terrein met allemaal verschillende grote tenten die gehuurd zijn door grote biermerken. Zo heb je bijvoorbeeld de Budweiser-tent, de Heineken-tent en natuurlijk de Tsingtao-tent. Elke tent is ingericht met een aantal barren, eetstandjes, heel veel picknick tafels en een enorm podium waar de vaagste optredens gehouden worden.


De eerste tent waar ik en Sander naar binnen liepen, was de Budweiser-tent. Van buiten de tent zagen wij namelijk schaars geklede over het podium paraderen. Dat vonden wij als gezonde jongemannen wel interessant, dus we zochten een plekje aan één van de picknicktafels en bestelden twee kannen bier à 100 RMB. De dames waren helaas al snel weg om plaats te maken voor het ene rare optreden na het andere. Zo verscheen er opeens een niet al te mooie Chinese vrouw, gekleed in een soort gouden badpak met daar overheen een lang vest met luipaardprint, op het podium. Met haar grote gouden waaier, gouden stem (ahem) en adembenemende dansbewegingen (nee) probeerde ze het publiek te betoveren. Sander en ik waren in ieder geval betoverd, al was het waarschijnlijk niet op de manier die zij voor ogen had. 

Daarna viel er nog veel te bewonderen in de Budweiser-tent, van een 'knappe broer' (shuai ge 帅哥) met een veel te hoge stem, tot een soort van Mission Impossible meets 2 Unlimited meets China dansteam. Er was echter nog veel moois te ontdekken, dus we gingen na een tijdje weer verder het terrein verkennen. Na een aantal tenten aangedaan te hebben, kwamen we uiteindelijk terecht in de Tsingtao-tent, waar het alleen maar raarder werd. Zo kwam er op een gegeven moment een gezette Afrikaans man op het podium, die Zhongguo zhi heiren 中国之黑人 (de Chinese neger) genoemd werd, een paar 'klassiekers' van de Backstreet Boys eruit knalde, er een Chinees liedje achteraan knalde en toen nog even een halve liter bier binnen drie seconden achterover gooide. Toen was het blijkbaar tijd voor een veiling, waarin Chinese schilderijen verkocht werden. De Chinese man aan de tafel naast ons had zo'n schilderij op de kop getikt en liet het trots aan ons zien, alvorens ons te trakteren op meer bier. Het feest op het podium ging ondertussen vrolijk verder, met optredens van onder andere een Chinese girlband en Afrikaanse acrobaten die blijkbaar geen gewrichten hadden. 

De twee dagen erna zijn ondertussen wederom een waas, volgens mij waren we vooral aan het bijkomen van wat we op het festival meegemaakt hadden. Oja, we hebben nog een dagje op het strand gehangen en een beetje door het centrum gelopen, waar niet veel te zien is. Er staat nog een oude Duitse kerk, wat een populaire plek is voor nog-niet-getrouwde stelletjes om drie maanden voor het huwelijk trouwfoto's te maken. Chinese trouwkleding ziet er niet uit trouwens. 

Goed, mijn batterij is bijna leeg en ik heb m'n oplader niet mee. Bovendien zit ik hier niet meer alleen en het is zo asociaal om een beetje op je computer te koetelen in gezelschap. Niet getreurd, de volgende aflevering komt eraan! De volgende keer: Qufu (of: Let me tell you 'bout this country sh*t).

Freundlichen Grüssen